Karakter en opvoeding van de Hollandse Herder

In het boek “Allemaal Hollanders” (tweede druk juli 2011) staat op pagina 127:

“De Hollandse Herder wordt onder andere gekenmerkt door karaktersterkte, een eigenschap die hij vroeger voor zijn werk nodig had. Men moet onder alle omstandigheden van hem op aan kunnen. Hij mag zich niet laten afschrikken of snel uit zijn evenwicht raken. Hij heeft voorts tal van uitstekende werkcapaciteiten: hij is alert, mensgericht, flexibel, heeft doorzettingsvermogen, is in staat om zelfstandig op te treden en is ook bereid om samen met de baas aan de slag te gaan. Eer is eigenlijk niet veel wat je met een Hollander niet kunt doen mits er voor de hond een zekere uitdaging in de activiteit zit, waarbij zijn talenten tot uiting kunnen komen.

De gemiddelde Hollander voelt zich bijvoorbeeld minder op zijn plaats binnen G(edrag) & G(ehoorzaamheid) op wedstrijd niveau, waar relatief veel tijd besteed wordt aan het perfect volgen door de hond. Een Hollander vindt het nogal eens tijdverspilling om een half uur lang te laten zien dat hij kan volgen, als vijf minuten daarvoor ruimschoots voldoende zijn. Dwingen we hem er toch toe, dan zal hij op een bepaald moment duidelijk laten blijken ‘er geen zin meer in te hebben’. Verveling slaat toe en alert als hij is, zal hij zijn aandacht vestigen op andere dingen die rondom hem gebeuren. Cursussen zijn over het algemeen afgestemd op de gemiddelde snelheid in leervermogen van honden. De Hollander leert vlot. Behendigheid, speuren, werken bij de kudde of reddingshondenwerk heeft veelal meer zijn interesse.”

Op pagina 129 staat verder: “Vanuit zijn mensgerichtheid en zijn bereidheid om samen met de baas aan de slag te gaan is de Hollander over het algemeen stemgevoelig. Dit betekent dat opvoeden van en werken met een Hollander veel meer een kwestie van (correct) stemgebruik en geestelijk overwicht is dan van lichamelijk geweld. Flink rukken aan de riem heeft over het algemeen niet het gewenste effect. Het resultaat is meestal dat de Hollander er geen zin meer in heeft en zijn ongeïnteresseerdheid kenbaar maakt.” “De Hollander is nog vrij natuurlijk in zijn gedrag. Net als bij zijn voorouder, de wolf, zijn de roedel waarin hij leeft en de rangorde die daarbinnen heerst erg belangrijk voor hem. Hij is sterk betrokken bij datgene wat er binnen de roedel gebeurt. De stemmingen in huis en die van zijn baas laten hem niet koud (hij is er gevoelig voor), omdat die van invloed (kunnen) zijn op de rangorde.” Tot zover de citaten uit het boek “Allemaal ‘Hollanders’, herdershonden van eigen bodem”.   Bovenstaande in acht genomen vergt het wel enige inzicht en kennis van gedrag en opvoeding van honden om een Hollandse Herder goed te begeleiden tijdens de gehele opvoeding tot volwassen, gehoorzame en sociale (huis)hond. Onze eigen ervaring is dat een Hollander het meest tot zijn recht komt en het vlotste leert als je zijn stukje zelfstandigheid respecteert en met zachte hand in goed banen probeert te leiden. Inspelen op zijn gedrag werkt dan ook vele malen beter en sneller dan om gewenst gedrag “af te dwingen”. Om dit te bereiken kan het volgen van cursussen verstandig zijn, maar dan wel bij een hondenschool of vereniging die kennis hebben van de karaktereigenschappen van alle rashonden en die ervaring hebben met het individueel lesgeven. Alleen dan zult u samen met de hond de cursus met plezier blijven volgen en tot een goed eind brengen, waarbij het karakter van uw hond volledig tot zijn recht komt.